TBS Nederland onderschrijft grotendeels Manifest

 

“TBS Nederland” (een initiatief van alle TBS-klinieken in Nederland) onderschrijft in een reactie in grote lijnen de verbeterpunten in het door het bestuur van de Vereniging van TBS-advocaten op 9 januari 2018 gepubliceerde manifest “Betere TBS zorgt voor minder TBS-weigeraars”. TBS Nederland plaatst ook een aantal kanttekeningen. De Vereniging verwelkomt een inhoudelijk gesprek over de verbetering van TBS.

 

Minder politieke bemoeienis

TBS Nederland stelt dat het uitermate onwenselijk is dat beleid wordt gemaakt op grond van emoties in plaats van op basis van de realiteit, maar is het niet eens met de mening dat debatten in de Tweede Kamer regelmatig tot incidentenwetgeving leiden. Dit ziet de Vereniging anders. Een goed voorbeeld van dergelijke regelgeving is de aanscherping van het verlofstelsel. In 2005 was het land in rep en roer na een incident rond Wilhelm S. Hij bracht (terwijl hij voortvluchtig was na een verlof) op een boot in Amsterdam een man om het leven. Een gevolg daarvan was onder andere dat het verlofstelsel aanzienlijk aangescherpt werd. Dat heeft niet alleen verbeteringen opgeleverd, maar ook veel onnodige stroperigheid bij de totstandkoming van verlofmachtigingen. Interessant is in dit verband dat TBS Nederland aangeeft het standpunt van de Vereniging volledig te onderschrijven dat in het verlofstelsel meer maatwerk op zijn plaats is. Dat dergelijke debatten de laatste jaren niet tot incidentwetgeving hebben geleid, betekent niet dat dat niet mogelijk is. Het voorstel dat onlangs is ingediend (de mogelijkheid om aan weigeraars na twee jaar gevangenisstraf alsnog TBS op te leggen) is een voorbeeld dat incidenten nog steeds tot wetgeving kunnen leiden.

Los van de vraag of er nu wel of geen incidentenwetgeving plaatsvindt als gevolg van de parlementaire verantwoordelijkheid, is ook de verkramping die na incidenten optreedt in TBS-klinieken of het TBS-stelsel als geheel reden tot zorg.

 

Meer rechterlijke bemoeienis

TBS Nederland gaat in op de wens van de Vereniging om de rechterlijke bemoeienis te vergroten. In de eerste plaats ziet deze wens erop dat TBS-gestelden (tussentijds) naar de rechter kunnen om problemen aan de orde stellen. Veroordeelden of patiënten in de reguliere GGZ die korter dan TBS-gestelden van hun vrijheid worden beroofd hebben die mogelijkheid wel.

TBS Nederland meent dat door de rechter bij de TBS-oplegging geen maximale behandelduur moet worden bepaald. Hiertoe wordt een beperkt aantal tegenargumenten genoemd. De Vereniging meent dat het goed zou zijn om breder onderzoek te laten doen naar deze mogelijkheid. Als een dergelijk scenario wel mogelijk is, heeft dat tot gevolg dat minder verdachten gedragskundig onderzoek zullen weigeren, omdat veel weigeraars de onbepaalde duur van de TBS de voornaamste reden noemen om niet mee te werken aan dergelijk onderzoek.