Vanuit de wetenschap wordt felle kritiek geuit op het door mevrouw Dettmeijer op 22 oktober jl. gepresenteerde rapport over risicotaxatie bij zedendelinquenten. Dettmeijer meent dat de beste methode om recidivegevaar in te schatten een onderzoek enkel op basis van statistische gegevens is, dus onafhankelijk van de medewerking van de verdachte en de aanwezigheid van een stoornis. De zwaarte van de op te leggen juridische maatregel zou afhankelijk moeten zijn van de mate van recidivegevaar.

Hoofddocent strafrecht en criminologie aan de VU Joke Harte uit in de Volkskrant van 31 oktober 2017 kritiek op deze methode. Zo wordt daarmee onvoldoende rekening gehouden met het individuele recidivegevaar van de verdachte, is behandeling zinloos als er geen sprake is van een stoornis en kunnen gedragsdeskundigen volgens de regels van hun eigen beroepsgroep niet tot conclusies omtrent stoornis e.d. komen als zij de verdachte niet kunnen onderzoeken.

In reactie hierop reageerden mevrouw Dettmeijer en onderzoekster Laura Menenti op 3 november 2017 in de Volkskrant daar weer op door te stellen dat uit vele internationale onderzoeken blijkt dat juist actuariële risicotaxatie de best beschikbare voorspelling levert van de kans op recidive. Het klinische oordeel van het risico voorspelt het recidiverisico volgens hen niet. Ook als geen sprake is van een psychiatrische stoornis kunnen risicofactoren (zoals impulsiviteit) beïnvloedbaar en dus behandelbaar zijn.

Emeritus hoogleraar Hjalmar van Marle mengde zich (impliciet) in deze discussie in de Volkskrant van 17 januari 2018 door te stellen dat de rechter zelf – ook zonder psychisch onderzoek – een stoornis moet kunnen vaststellen. Het begrip ‘psychische stoornis’ om TBS op te leggen vanwege gevaar op herhaling van een delict kan volgens hem, wanneer er geen forensisch psychiatrisch advies is, ook vanuit het normatieve juridische denken (“Is dit normaal? Is dit gestoord gedrag?”) worden benaderd.

(zie hier het eerdere bericht op deze website over de presentatie van het rapport van Dettmeijer)